Het ritme van poëzie zit in ogenblikken
in de afstand tussen twee lichamen
het voert door gedachtegangen
en is niet in een woord te vangen
maar in het naderen en aanraken
in loslaten en verlangen
het waren de klanken die de letters grepen
en deden dansen op papier
het is de beweging in elk woord
die ons leidde naar hier
tussen de regels
aan de kust van een verhaal
in de breedste zin
is poëzie horizon-taal